Het wieksysteem


Vooral het wieksysteem, waarbij het principe van zelfwichting werd toege­past, had hun bijzondere aandacht en zij ontwikkelden hun eigen van Riet-systeem.­

In de loop der jaren waren verschillende systemen bedacht om de effectiviteit van windmolens te verbeteren. Vooral de wieken ondergingen daarbij tal van veranderingen. Het wieksysteem had een ontwikkeling doorgemaakt, waarbij het al vroeg was gekomen tot een roede waaraan aan de achterzijde een hek­werk, waarop zeilen waren gespannen, en aan de voorzijde wegneembare windborden.

Aan het eind van de 19e eeuw werd voor het eerst het systeem van zelfzwich­ting toegepast. Daartoe werd de wiek uitgerust met houten jaloezieën, die op de windkracht reageerden.

In de 20er jaren van deze eeuw werden met het oog op het opvoeren van het rendement door verschillende constructeurs nieuwe vormen ontwikkeld. Deze bestonden vooral uit een stroomlijn van de wieken, waardoor de aerodynamische neus een lagere luchtweerstand teweeg bracht en het rendement opvoerde. De verschillende systemen werden veelal genoemd naar hun uitvinders en zijn bekend onder de namen: von Baumhauer, Dekker, Prinsenmolen­wieksysteem (vooral van ir. Havinga), Fauëlwiek, van Bussel, Bilau.