De 18e eeuw


De molens in Baarsdorp en 's-Heer Hendrikskinderen zijn niet meer op de kaart van Zuid-Beveland, die door Isaak Tirion te Amsterdam in 1753 is uitge­geven, afgedrukt. Deze kaart is gemaakt aan de hand van meetkundige opna­men van W. T. Hattinga.
Deze medicus had in 1747 en 1748 zijn opmetingen verricht. Nieuw zijn echter de molens in Heinkenszand en 's-Heerenhoek. De molen in 's-Heer Arendskerke stond toen nog steeds op dezelfde plek.

Over het midden van de 18e eeuw was Aarnout Otte molenaar en 25 jaar later in 1774 Laurens de Winter en in 1798 Leendert Paardekooper.

Het_Poldertje „Het Poldertje" rond 1915. De oprit is de overgang over de Molenberg.
(Uit 's Heer Arendskerke in oude ansichten)

In de laatste jaren van deze eeuw werden de Zuid-Bevelandse molenaars geconfronteerd met aanplant van bossen en boomgaarden, waardoor zij hinder voor hun korenmolens ondervonden.
In 1795 waren dan ook 13 molenaars van Zuid-Beveland die een bezwaarschrift bij de toenmalige Provisionele Re­presentanten indienden tegen deze aanplant.
Of er rekening met de belangen van de bezwaarden is gehouden vermeldt de geschiedenis niet.

In 1798 was er nog een adres van de bevolking van 's-Heer Arendskerke aan het Provinciaal Bestuur van Zeeland om een waag in 's-Heer Arendskerke te stichten, daar de molenaar met het wegen niet te vertrouwen was. Aan het verzoek werd geen gevolg gegeven.